Tussenkomst: veiligheid nieuw 5G-netwerk- Plenaire vergadering 09/01/2020

Kathleen Verhelst (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, een snelle uitrol van 5G is voor de nodige innovaties in onze welvaartmaatschappij erg belangrijk, zodat ondernemingen daaraan kunnen werken. Ik ben dan ook zeer blij dat dit in hoorzittingen samen met het gezondheidsaspect allemaal zeer geruststellend bekrachtigd werd. De beveiliging van de 5G-netwerken is natuurlijk een belangrijke kwestie. Wij lezen vandaag dat de veiligheidsdiensten ons het beleidsniveau 4 adviseren, welk niveau een beperking inhoudt van het gebruik van onderdelen van 5G-apparatuur afkomstig van niet-betrouwbare leveranciers. De regering moet beslissen wat zij met dat advies doet en welke specifieke maatregelen er moeten worden genomen. De digitale markt is sowieso een internationale markt en bij uitstek dus ook een Europese markt. Het 5G-beleid kan volgens mij daarom best in samenspraak met andere lidstaten uitgewerkt worden, aangezien een verschil in aanpak zou leiden tot een ongelijk speelveld, wat zeker niet de bedoeling is. Mijnheer de minister, u gaf al aan dat de Europese Commissie in januari een toolbox met precieze beschermingsmaatregelen zou aanreiken om de risico’s voldoende af te dekken. De regering zal in haar beleid keuzes moeten maken. Mijnheer de minister, klopt het dat onze veiligheidsdiensten adviseren om voor bepaalde apparatuur een beperking in te voeren? Hanteren de andere lidstaten dezelfde visie? Welke maatregelen plant u in het kader van dat advies? Heeft er al overleg plaatsgevonden met andere lidstaten?

Minister Philippe De Backer: Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, bedankt voor uw vragen. Ik wil mijn antwoord beginnen met te stellen dat er nog geen beslissing is genomen. Wij doen er alles aan om die beslissing op een heel doordachte manier te nemen gelet op de grote impact op onze economie en de veiligheid van ons land. Daarom gaan wij niet over één nacht ijs. Wij zijn echter ook niet aan het wachten, mijnheer Freilich. Integendeel, een jaar geleden heb ikzelf op de Europese Telecomraad gepleit voor een gemeenschappelijke Europese aanpak. Die gemeenschappelijke aanpak is er nu, want in januari brengt de Europese Commissie een toolbox naar voren waaruit de landen kunnen putten om de verschillende problemen en risico’s in verband met 5G en de veiligheid ervan gezamenlijk aan te pakken. Aan onze eigen veiligheidsdiensten hebben wij exact hetzelfde gevraagd, namelijk een analyse te maken waarbij wordt nagegaan hoe wij op de best mogelijke manier het 5G-netwerk uitrollen en tegelijkertijd de veiligheid, de privacy en de cybersecurity van onze mensen en onze bedrijven kunnen garanderen. Een tussentijds rapport heeft gewezen op een stap naar veiligheidsniveau 4. Nu wordt volop nagegaan welke technische aspecten daartoe moeten worden uitgewerkt en hoe dat in een wetgevend kader moet worden gegoten. De kar kan niet voor het paard gespannen worden: eerst moet de risicoanalyse gemaakt worden en moet worden nagegaan hoe een en ander kan worden ingevuld, vooraleer er wetgevende initiatieven kunnen worden genomen. Wij doen er dus alles aan om het op tijd klaar te krijgen. Wij doen er trouwens ook alles aan om de 5G-veiling zelf nog tijdig te kunnen organiseren en de operatoren op de hoogte te houden van de veiligheidsmaatregelen die zij in acht moeten nemen voor de uitrol van het 5G-netwerk. Het gaat over de nationale veiligheid. Men moet daar goed over nadenken. Wij moeten er alles aan doen om de veiligheid van het 5G-netwerk, dat zo belangrijk is voor onze digitale economie in de toekomst, absoluut ten volle te waarborgen. Dat moet gebeuren in overleg met andere Europese landen, zodat wij geen zaken doen die bijvoorbeeld in Frankrijk wel en in Nederland niet zouden kunnen. Er is een eengemaakte aanpak nodig. Dat is exact hetgeen wij aan het doen zijn. Wij zullen de volgende stappen zetten. Op basis van de veiligheidsrapporten van onze veiligheidsdiensten zullen wij wetgevende initiatieven nemen die zowel de veiligheid als de economische belangen van dit land in de komende decennia ten volle kunnen verdedigen.