Akkoord G7: “Eerlijke belastingen, ja, maar opletten voor mogelijke negatieve impact”

De G7 heeft afgelopen weekend de weg vrijgemaakt voor een wereldwijde minimumbelasting voor multinationals. “Dit akkoord laat toe de fiscaliteit te laten aanknopen met de steeds internationalisering en digitalisering”, stelt liberaal Kamerlid Kathleen Verhelst in de plenaire zitting. Ze wijst erop dat het voorstel geen aanleiding mag geven tot goldplating en dat we behoedzaam moeten blijven voor mogelijke negatieve aspecten.

Het G7-plan volgt de werkzaamheden in de OESO en bestaat uit twee luiken:

Deel één bepaalt dat bedrijven met een omzet van meer dan 20 miljard dollar én een winstmarge van meer dan 10 procent een deel van de belastingen op hun winst moeten betalen in de landen waar hun klanten zitten. Deel twee geldt voor alle bedrijven met meer dan 750 miljoen dollar omzet. Zij moeten in ieder land waar ze actief zijn minstens 15 procent van hun winst aan belastingen betalen. “Dat er een minimumbelasting zal worden geheven, is een goede zaak om meerdere redenen. Enerzijds wordt de mondiale race-to-the-bottom een halt toegeroepen Anderzijds is een multilateraal akkoord te verkiezen en verzekert het dat er geen diverse nationale initiatieven zouden moeten worden genomen die uiteindelijk de nationale concurrentiekracht kunnen bedreigen”, zegt Verhelst.

Afgelopen jaren zijn er bovendien al heel wat inspanningen geleverd op internationaal niveau. “De G7-deal zou dan ook een sluitstuk vormen. Desalniettemin mag dit voorstel geen aanleiding geven tot goldplating. We moeten daarom behoedzaam blijven en ook oog hebben voor de mogelijke negatieve neveneffecten. Dit akkoord kan een belangrijke impact hebben op een aantal belangrijke economische sectoren in ons land die tevens goed zijn voor veel werkgelegenheid en investeringen”, stipt Verhelst aan.

“Ik neem het regeerakkoord (bladzijde 53) ter hand dat bepaalt dat in het geval van een internationale minimumbelasting er tegelijkertijd ook over dient te worden gewaakt dat het concurrentievermogen van bepaalde belangrijke sectoren van onze economie behouden blijft”, stelt Verhelst. Minister Van Peteghem bevesestigt dat het ook breder gaat dan rechtvaardige fiscaliteit. Ook de minister stipt aan dat we onze competiviteit moeten veilig stellen. Hij zal dit op het Europees niveau verder opvolgen.